Doorbraak Artrose : Collageen type II

Het proces van artrose begint als een slijtage van het gewrichtsoppervlak, zijnde het kraakbeen. Naarmate mensen ouder worden gaan de gewrichten onvermijdelijk meer slijtage vertonen.
Dit gedegenereerde en beschadigde kraakbeen resulteert in de toename van de frictie of wrijving tussen de beide gewrichtsoppervlakken, waardoor de beweging moeizamer verloopt. Het dunnere kraakbeen is minder elastisch waarbij de schokdempende werking afneemt. Na verloop van tijd ontstaat er zo bot-bot contact bij belasting, hetgeen zeer pijnlijk is.
Door de beschadiging van het kraakbeen ontstaat er bijkomend een ontsteking in het gewricht. Deze ontsteking gaat gepaard met de aanwezigheid van ontstekingscellen en ontstekingstoffen in het kraakbeen, hetgeen dan weer gewrichtspijnen veroorzaakt en wat het proces van kraakbeenafbraak op zich gaat versnellen. Het is dan ook logisch dat de behandeling van artrose er niet alleen in zal bestaand de nodige bouwstenen voor kraakbeenherstel toe te dienen maar ook om zo snel mogelijk de ontsteking te stoppen om verder kraakbeenaantasting tegen te gaan.
Indien er geen behandeling ingesteld wordt stopt het verhaal hier echter nog niet. Nadat het kraakbeen nagenoeg volledig afgesleten is ontstaan er botvervormingen en zelfs woekeringen welke radiografisch waarneembaar zijn. Aan de randen van het gewricht gaan er zogenaamde papegaaienbekken of osteofieten ontstaan Uiteindelijk gaan zelfs erge botwoekeringen ontstaan die de beweging van het gewricht gaan bemoeilijken met zeer erge pijnen tot gevolg.
Buiten de ledematen vinden we artrose ook vaak terug in de hals Hierbij zijn de bewegingen van deze gewrichten beperkt en pijnlijk. Mensen lopen soms met stijve hals, en kunnen niet goed buigen. Als we de hals zijdelings willen bewegen zien we dat dit vaak moeilijk en pijnlijk is voor de betrokkene. In de hals zien we meestal artrose in de facetgewrichten. Deze facetten gaan onregelmatig worden, hetgeen duidelijk radiografisch zichtbaar is.
Artrose ontstaat ook vaak als gevolg van een trauma of ongeluk. Een ernstige verstuiking van een gewricht op jonge leeftijd kan na enkele maanden of jaren aanleding geven tot vervroegde artrose in het betrokken gewricht. Zo zien we vaak artrose in het schoudergewricht enkele maanden nadat men een ongelijk heeft gehad De aanwezigheid van OCD in een gewricht veroorzaakt op lange termijn eveneens vaak artrose in dit gewricht. Indien het OCD fragment loszweeft zal een onmiddellijke gewrichtsirritatie en kraakbeenschade ontstaan door de directe mechanische irritatie van het gewricht. Zelfs indien het OCD fragment niet loszweeft zien we een lichte chronische irritatie ontstaan die over de jaren heen geleidelijk kraakbeendegeneratie en artrose met zich meebrengt.

Diagnose en behandeling
Elk volwassen mens heeft te maken met kraakbeen slijtage. Deze slijtage is meestal echter beperkt tot het kraakbeenoppervlak en gaat dus gepaard met weinig of geen symptomen aangezien het kraakbeen niet bezenuwd is. Radiografisch zijn er eveneens geen afwijkingen zichtbaar.
Het betrokken gewricht kan wel wat stram zijn, vooral dan bij aanvang van het werk. Naarmate de opwarming vordert gaat men zich wel vlotter bewegen. Aangezien de kraakbeencellen bij het volwassen mensen geen collageen type II en steeds minder chondroïtinesulfaat produceren en bijgevolg geen kraakbeenletsels kunnen herstellen, is het van groot belang deze moleculen toe te dienen.
Collageen type II is in de Verenigde Staten het middel bij uitstek tegen artrose. In Europa is er recent een product op de markt gebracht wat voldoende hoge dosissen collageen type II en chondroïtinesulfaat bevat: Finitro Forte genaamd, www.finitro.nl