De geschiedenis van de Fiat Panda

“Met de Fiat Panda lach je iedereen uit!” De bekende slogan uit de commercial die later tot de beste van de twintigste eeuw gekozen zou worden. In het filmpje zien we een man in een Fiat Panda die zijn medeweggebruikers om verschillende redenen de loef afsteekt en ze daarbij hartelijk uitlacht. Hoewel de humor ervan de meeste televisiekijkers van vandaag zou ontgaan, mag autobouwer Fiat, 31 jaar na het produceren van de eerste Panda, wel degelijk een glimlach op de lippen toveren.

De Italiaan Giorgetto Giugiaro ontwierp de allereerste Fiat Panda, die in 1980 werd geïntroduceerd. Met 45pk en een vrij hoekig ontwerp was het een auto die opviel op de Europese wegen. Hij werd in Nederland geleverd met een 0.9-liter viercilinder, wat een topsnelheid van 145 kilometer per uur opleverde. Binnenin was vrijwel alles met stof bekleed, zelfs het dashboardkastje, wat daardoor op een soort hangmat leek. Al dat stof was nog verwijderbaar en uitwasbaar ook. Wat de Panda echt onderscheidde van de andere auto’s in zijn klasse was het feit dat de achterbank kon worden omgebouwd tot een volledig uitneembaar bed.

Ook de autobouwers Seat en Lada hebben Panda’s gebouwd. Toen Lada de Oka op de markt bracht, viel het direct op dat die er precies hetzelfde uitzag als de Fiat Panda. Toch zegt Lada dat het om twee volkomen verschillende wagens gaat. Toen Seat de Panda ging bouwen, was dat op basis van een licentieovereenkomst met Fiat. Seat had zelf geen ontwerpen op de plank liggen en heeft van 1980 tot 1983 de Seat Panda geproduceerd. Daarna verkocht Fiat haar aandeel in Seat en moest de Seat Panda – om plagiaat te voorkomen – worden aangepast tot de Seat Marbella, die tot 1998 werd gemaakt.

De Panda was meteen een succes, maar kreeg wel veel kritiek omdat het rijcomfort toch behoorlijk tegenviel. In 1986 werd daarom de Panda II geïntroduceerd: een vernieuwde versie met een sterkere motor en vernieuwde achterophanging met springveren. Van de buitenkant was het verschil zichtbaar door de aanpassing van de hoekige autoruiten aan de bestuurder- en bijrijderszijde.

De Panda II is tot en met 2003 geproduceerd. Inmiddels werd er al hard gewerkt aan een opvolger van de populaire auto. De ontwerpers wilden hem eerst ‘Simba’ gaan noemen, maar kozen later voor ‘Gingo’. Dat we tegenwoordig geen Gingo’s op de weg zien rijden, komt omdat concurrent Renault een punt maakte van het feit dat deze naam wel erg op die van de eigen ‘Twingo’ leek. De tijd begon te dringen en de creatieve afdeling van Fiat was door ideeën heen, dus werd besloten het nieuwe model maar gewoon ‘Panda’ te noemen. Dat het om een degelijke auto ging, bleek wel: in 2004 werd de wagen gekozen tot auto van het jaar.

31 jaar na de productie van de eerste Fiat Panda is de auto nog steeds een succes. Het blijft nog steeds een veilige, goedkope optie voor iedereen die niet al te veel bagage mee wil nemen. Maar de tijden dat de Pandarijder iedereen uitlachte, die zijn inmiddels wel voorbij.