Kleine auto’s met grote interieurs

De Britse Peel P50 is de kleinste auto die ooit op de markt is gebracht. De auto is zo klein dat je de voorkant kunt oppakken en achter je aan kunt trekken. Parkeerproblemen behoren tot het verleden. Handig toch? Nou nee. Want hoewel de Peel P50 klein genoeg is om door de gangpaden van de supermarkt te rijden, biedt de auto nagenoeg geen ruimte voor de spullen die je eventueel uit de schappen zou willen trekken. Wat we nodig hebben is een toverhoed op vier wielen: hij is klein, je stopt er van alles in, maar hij raakt nooit vol.

Nu brandstofprijzen en wegenbelasting steeds meer mensen de SUV uit jagen, wordt de markt voor kleine auto’s steeds belangrijker. Steeds meer mensen zoeken op die markt naar de juiste combinatie van prijs, kwaliteit, comfort, rijgenot en meer van dat soort zaken. Comfort is daarbij een belangrijke overweging, want er worden ook steeds meer lange reizen gemaakt in kleine auto’s. Kunt u in uw Mini Cooper op vakantie met het hele gezin? Misschien is dat nog een beetje veel gevraagd. Maar toch is het een feit dat kleine auto’s langzaam maar zeker iets minder klein worden. En dat heeft gevolgen voor de ruimte in het interieur.

Welke kleine auto de meeste ruimte biedt, is moeilijk te zeggen. Dat hangt namelijk af van een aantal factoren, zoals waar u die ruimte zoekt. Is hoofdruimte voor u belangrijker dan beenruimte? Wilt u vijf koffers kunnen meenemen in de kofferbak, zit u graag comfortabel achter het stuur of wilt u juist dat uw passagiers op de achterbank lekker zitten? Het een gaat meestal ten koste van het andere. Wanneer u de bestuurdersstoel naar achteren schuift, beperkt u de beenruimte van de passagier die achter u zit.

Met een Fiat Panda kon u vroeger iedereen uitlachen. En in een SMART zit u met twee personen toch best lekker. Maar van alle kleine auto’s die de laatste jaren op de markt zijn gebracht, is de Renault Modus misschien het model die de meeste nadruk legde op ruimte in het interieur. En dat was aan de buitenkant al te zien. Het dak was hoger dan normaal, hij was iets langer dan de Clio, maar verder eigenlijk hetzelfde. Vergelijkbare modellen zijn bijvoorbeeld de Suzuki Wagon R en de Ford Fusion.

Maar uiteindelijk koop je zo’n kleine auto natuurlijk niet vanwege de ruimte die hij biedt. Wie ruimte zoekt, kan beter de plaatselijke Hummer-dealer opzoeken. Een kleine auto geeft dan ook nooit hetzelfde ruime gevoel als een grote familieauto. En op vakantie met de hele familie gaat in een Volvo toch net iets lekkerder dan in een Fiat 500. Nee, een kleine auto koop je vooral vanwege andere voordelen.

En die voordelen uiten zich met name in kosten. Voor kleine auto’s betaalt u weinig tot geen wegenbelasting, ze zijn zuiniger met brandstof en banden en de voorruit vervangen is vaak goedkoper.