Minder mogelijkheden bij de bestuursrechter
mr. H.E. Goedegebuur (Jitske), 2013, De Ondernemer
De tijden dat met succes bij de bestuursrechter op elke mogelijke grond een besluit kon worden aangevochten, zijn voorbij. Vanaf 1 januari 2013 vernietigt de bestuursrechter alleen nog een besluit wanneer de bezwaren die daartegen worden aangevoerd, degene die de bezwaren aanvoert ook echt raken.
Tot 1 januari 2013 kon, wanneer iemand bijvoorbeeld wilde voorkomen dat zijn uitzicht zou worden beperkt door de bouw van een appartementencomplex pal naast zijn huis, met succes worden aangevoerd dat de deuren in het complex te laag waren of dat de bouw van dat complex niet door kon gaan vanwege een zeldzame vleermuizenfamilie die daar ter plaatse woonde. Indien de deuren inderdaad te laag waren of die familie daar inderdaad woonde, kon dat voor de bestuursrechter een reden zijn de bouw van het complex tegen te houden. Met de invoering van het relativiteitsbeginsel per 1 januari 2013 kan dat niet meer.
Het relativiteitsbeginsel eist een verband tussen de argumenten die worden aangevoerd en de werkelijke reden van het beroep. Dat betekent dat, ook wanneer er een zeldzame vleermuizenfamilie ter plaatse zou wonen of de deuren in het complex te laag zouden zijn, dat voor de bestuursrechter nu geen reden meer kan zijn om de bouw van het appartementencomplex tegen te houden. Degene die de argumenten aanvoert, gaat niet in het complex wonen en ook een zeldzame vleermuizenfamilie heeft niets van doen met de werkelijke reden van zijn beroep: voorkomen dat zijn uitzicht wordt beperkt.
Met het relativiteitsbeginsel zijn er dus minder mogelijkheden om besluiten in rechte aan te vechten. Neem contact op met ons advocatenkantoor in Roosendaal voor meer informatie en laat u informeren door onze advocaten in Roosendaal.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!